Front | afrekenen /afreikene/ ----------------------------- ik reken /reiken/ af jij rekent af hij rekent af wij rekenen af jullie rekenen af zij rekenen af |
---|---|
Back | [pay, settle the bill, present tenses] |
Tags: verb
Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.
Next card: Ik weet het niet veit i
Previous card: Het glas glass
Up to card list: Dutch - entry level