Dutch - entry level

Learn using these flashcards. Click a card to start.

• Waar var  kom je vandaan uit welk land
• Uitspraak outsprak pronunciation
• De het addition compound word article huisdeur front
• Stoel stou chair
• Alfabet alphabet
• Au ou pronounced way= both
• U short spanish
• De koe ku cow the
• De zon zson sun the
• De zoon zsoun son the
• De singular man plural mannen
• O oo ou] 
• Strak street
• Geven geeft  geven  geife present tense ik geef
• Ik spreek spreik spaans en engels enguels i
• Nationaliteit wat je nasionaliteit mijn spaanse nationality spanish
• Zijn ben bent sein present tense ik jij/je
• Hebben heb hebt jebe/(present tense ik jij/je question
• Jij yei je ye close e difference u
• Oe normal u
• Klinkers vowels
• Medeklinkers consonants
• Welkom in welcome to
• Goedemorgen judemorje good morning
• Allemaal alles hele jeile altogether
• De cursus cursis course
• Nederlands dutch language the
• De docent/docenten teacher/s
• Jullie plural you your
• Ander noun ander/e andere het de
• Les  geven present geeft lesgeven lesgeife tense ik
• Dag/dagen dage day/s hello/goodbye
• E we
• Beginnen begint  beginnen  bejine ik begin bejin jij
• Met with
• Kennismaken kenismake get to know
• Wie vi who
• Jij yey you
• Wat vat what
• Jouw yau je ye singular
• De naam name
• De voornaam foornam first name
• De achternaam agternam surname
• Uit out from
• Het land country
• Engeland enneland england
• Komen koume come
• De buurman buurvrouw buurfrau neighbour
• Van fan of
• Hoe ju how
• Hoe heet jij ju heit yey
• Heten  heet  heten jeite ik heet jeit jij
• Waar vaar true where
• Vandaan fandan waar from
• China
• Wonen woont woon vounen ik voun jij/je vont
• Nu now
• Het adres address
• Het nummer numer number
• Nee nei no
• De postcode postcoude postal code
• Mevrouw mefrau ms mrs
• Ook ouk also
• In
• Zeggen  zegt  zeggen seja ik zeg  jij hij
• Maar mar but just
• Hoor jor translated emphasis is
• Ja ya yes
• Hier jier here
• Al ol already
• Twintig tuinteg twenty
• Het jaar yar year
• Verdergaan ferder jan continue tensed inverted scheidbare ww
• De les lesson
• Iedereen iderein everyone
• Het boek buk book
• De cd seidei
• De tekst text
• Een en één ein a
• Op on
• De bladzijde blodseide page
• Acht agt eight
• Luisteren  luistert  luisteren laustere present tenses ik luister
• Naar to
• Stoppen stope stop
• Eife moment momentarily even for
• Het is it
• De pauze pause break
• Tot straks see you later
• Straks soon/later
• Wie ben jij who are
• Wat jouw yau naam is
• Wat je voornaam is what
• Wat je achternaam surname is
• Hoe heet jij ju jeit yei s
• Herkomst jerkomst  oorsprong orsproun origin
• Informatie informati information
• Vragen  vraagt  vragen frage ik vraag fraag jij
• Wat jouw/je adres address is
• Waar woon jij/je vaar voun yei live
• Uit welk land kom je country
• Waar kom je vandaan where
• Taal/talen language/s
• Nationaliteiten nasionaliteite nationalities
• Vraag frag question
• Welk welke noun velke het de
• Welke taal spreek je language speak
• Werkwoord verkvos verb
• Druk busy
• Kantoor het office ik ben op
• Smakelijk eten smakelek iten enjoy meal
• Moeilijk moilek difficult
• Makkelijk makeleik easy
• Scheidbare sjeidbare werkwoord verkvuod phrasal verbs
• Zitten zit site ik jij/je/u hij/zij/ze/het wij/we jullie
• Bij bei ik werk daf
• Praat  praten  present praten tense ik jij hij
• Aan an to
• Vullen present vult  fule tense ik vul fiul/ 
• Personaal personal
• Pronomen pronome pronoun
• Het boek book the
• Het menu closed u the
• Het water vauter the
• Deze dit singular woord en de het plural
• Kunnen  kunnen kune ik kan jij kunt hij
• Spellen  spelt  spellen spele ik spel  jij hij
• Lezen lezen  leize ik lees leis jij leest
• Dialoog dialog dialogue
• Maken maakt  maken  make ik maak  jij hij
• Kiezen kize kiest  kiezen  ik kies/kis/  jij hij
• Zin/ zinnen sin/e sentence/s phrase/s
• Kader box
• Het jaar yaar year
• Beter dan better than
• Het kind de kinderen child/children
• Hoe oud aud zijn zij
• Oud aud old
• Oudste audste oldest/eldest
• Jonger younger
• De broer/s bruer brother/s
• Maand/maanden maand maande month/s
• Nog  yet still any some
• Zus sister
• Prachtig/e prajtige gorgeous fine splendid
• Stad city
• Er there
• Erg very
• Altijd alteid times at all
• Vant want because
• Heel veel jil fil lot
• Toerist/toeristen turist turiste tourist/s
• Wel vel well certainly
• Eens eins once
• Xxx ben jij eens geweest geveist
• Wel eens vel ever
• Dan than then
• Zeker zeiker definitely certainly
• Naartoe nartu more to towards
• Gids guide
• Willen [graag graag willen vile ik wil vil jij
• Juiste yauste right
• Vorm form
• Collega coleija colleague
• Vergadering ferjaderin meeting
• Geen article je heb euro voor nee ik
• Kamer room
• Het bureau burou office
• Infinitief infinitif infitinieven inifinitiefe infinitive/s
• Volgende folgende following
• Spreken  spreekt  spreken spreike ik spreek spreik jij
• Werken werkt  werken  verke ik werk  jij hij
• Studeren  studeert  studeren studiere ik studeer studier jij
• Leren leert  leren  liere ik leer  /lier jij
• Drinken  drinkt  drinken drinke ik drink  jij hij
• V z end word and
• Gaan  gaat  gaan jaan ik ga  jij hij
• Goedendag judendag good day hello
• Horen hoort  horen  jore ik hoor joor jij
• Verder ferder further
• Telwoorden telvorde numerals numeros
• Nul 0
• Één ein 1
• Twee tubei 2
• Drie dri 3
• Vier fier 4
• Vijft feif 5
• Zes ses 6
• Zeven seife 7
• Acht agt 8
• Negen neijen 9
• Tien tin 10
• Elf 11
• Twaalf tualf 12
• Dertien dertin 13
• Veertien fiertin 14
• Vijftien feiftin 15
• Zestien sestin 16
• Zeventien seifentin 17
• Achtien agtin 18
• Negentien neijentin 19
• Twintig tuintej 20
• Eenentwintig einentuintej 21
• Tweeëntwintig tubeientuintej 22
• Dertig dertej 30
• Veertig fiertej 40
• Vijftig feiftej 50
• Zestig sestej 60
• Zeventig seifentej 70
• Tachtig tagtej 80
• Negentig neijentej 90
• Honderd jonderd 100
• Honderdvierentwintig jonderdfierentuintej 124
• Duizend dausend 1000
• Huisnummer jausnumer house number
• Het huis jaus house
• Telefoonnummer telefounumer phone number
• Geboortedatum jebortedatum date birth of
• Krijgen  krijgt  krijgen kreije ik krijg  jij hij
• Blad sheet leaf
• Pronunciation aa] [pronunciation cuando vamos al medico porque tenemos
• B pronunciation be] [pronunciation baard beter
• La c se pronuncia como de c [pronunciation se] [pronunciation
• Hoi joi hello
• D [pronunciation de] [pronunciation daar draak
• E [pronunciation ee] [pronunciation veel mee
• F [pronunciation ef] [pronunciation fles foto
• Gee [pronunciation je] [pronunciation gaar geven
• H [pronunciation haa] [pronunciation haan heet
• I [pronunciation i pronunciation bikini
• J [pronunciation yei] [pronunciation ja jaar
• K [pronunciation kaa] [pronunciation kaas keel
• L [pronunciation el] [pronunciation laat lepel
• M [pronunciation em] [pronunciation maar meter
• N [pronunciation en] [pronunciation naar nee
• O [pronunciation oo [pronunciation boot foto
• P [pronunciation pee [pronunciation paard peen
• En q [pronunciation kuu [pronunciation se utiliza combinacion con la
• R [pronunciation er [pronunciation raar rebus
• S [pronunciation es [pronunciation straat steel
• T [pronunciation tee] [pronunciation traan totaal
• U [pronunciation uu] [pronunciation buur zuur
• V [pronunciation vfee] [pronunciation vaar veel
• W [pronunciation vee] [pronunciation water weet
• X [pronunciation ics] [pronunciation extra
• Z pronunciation set] [pronunciation zebra zomer
• Y [pronunciation ei pronunciation
• Lange longue long tall
• Korte corte short
• Griekse grikse greek
• Letters wat  zijn de van je postcode postal
• Letter letra
• Voorletter forletter initial
• Letter met welke begint je achternaam surname start
• Opdracht opdrajt exercise instruction
• Alfabetische alfabetise alphabetical
• Volgorde foljorde order
• Staan  staat  staan ik sta  jij hij wij
• Kun je dat spellen spell
• Hoe spel je dat spell
• Dubbel dubel double
• Cursist/cursisten cursiste student/s
• Goedemiddag judemidag good afternoon
• Goedenavond judenavond good evening
• Hallo jalo hello
• Afscheid ofsjeid goodbye farewell
• Nemen  neemt  nemen neime ik neem neim jij
• Daag bye
• Doeg dug bye
• Doei dui bye
• Tot zo sou see you
• Tot morgen morje tomorrow see
• Tot ziens sins goodbye
• Begroet  begroeten  begroeten bejrute ik jij hij wij
• Door duor lopen [door door]lopen dorloupe ik loop loup
• Lokaal classroom physycal room the
• Voorbeeld foorbeld example
• Volgende foljende next one
• Tweetal/len tueitallen pair/s
• Persoonlijke personlike personal
• Gegevens jejifens data
• Toevoeging tufujin addition commonly fill forms 
• Woonplaats vounplats place residence of
• Geslacht geslajt gender sex
• Geboorteland jebortelan country birth of
• E-mailadres email address
• Antwoord antvuord beantwoord beantvuord answer
• Woord/en vourd word/s
• Krijgen krijgt  krijgen  creije ik krijg creij jij
• Herhalen herhaalt  herhalen  jerjale ik herhaal  jij hij
• Accent
• Cultuur cultiur culture
• Tegen teije against
• Praktijk prakteik practice
• Zien  zien sin ik zie si jij ziet
• Familienamen familiname surnames
• Kennen kent  kennen  kene ik ken  jij hij
• Hoofdstuk joufstak chapter
• Reflectie reflexion conclusion
• Begrijpen  begrijpt  begrijpen bejreipe ik begrijp bejreip jij
• Tot until
• In  vullen vult invullen infule ik vul fiul
• De kantine canteen
• De plaats seat place
• Vrij fri free
• Zo sou okay right
• Lekker leker nice delicious
• Het kopje kopjie cup
• De koffie cofi coffee
• Al lang ol long time
• Pas only
• Eigenlijk eijeluk actually really
• Vandaag fandag today
• Donderdag thursday
• Augustus aujustus august
• Morgen morje tomorrow
• Jarig zijn jarig ik ben zijn yarij sein jij
• Leuk louk nice
• December deisember
• Dus so therefore
• De winter vinter
• Bezoeken  bezoekt  bezoeken besuke ik bezoek  jij hij
• Langer longuer longer
• De zus/zussen sister/s
• Kijken kijkt  kijken  keike ik kijk keik jij
• De foto photo
• Goh oh
• Heel jiel very
• Het type tipe
• Kort short
• Blond blonde
• Het haar jaar hair her
• Donker dark
• De ouders auders parents
• Op dit moment at the
• Indonesïe indonisi indonesia
• Doen  doet  doen dun ik doe du jij
• Daar there
• Op vakantie fakansi holiday on
• De vakantie fakansi holiday
• De vader fader father
• Voor for
• Het werk verk work
• Het seizoen seisun de seizoenen season/s
• Wanneer vanier when
• Zomer soumer summer
• Weten  weet  weten veite ik weet veit jij
• Niet nee ik naar hier rook woon jij
• Vertellen vertelt  vertellen  fertele ik vertel  jij hij
• Oufer over about
• De familie famili family
• Laat late
• Uur uer o'clock 11.00 11
• Weer vier again
• Moeten moet  moeten  mute ik moet mut jij
• Familierelaties familierelatis family relationships
• Het gezin jesin family father mother children
• De moeder muder mother
• De man/echtgenoot ejtenout husband echtgenoot formal official forms
• De vrouw/echtgenote ejtenoute wife echtgenote formal official forms
• De dochter dogter daughter
• De opa oupa grandfather
• De oma ouma grandmother
• De oom oum uncle
• De tante aunt
• De neef neif cousin nephew
• De nicht nijt niece cousin
• Grootouders jroutauders grandparents
• Het kleinkind de kleinkinderen cleinkindere granchild
• Klein clein small
• Beschrijven beschrijft  beschrijven  besjreife ik beschrijf besjreif jij
• Mensen mense people
• Ouder auder older
• Bril glasses
• Eruitzien  eruitzien erautsin ik eruitzie si jij eruitziet
• Fantaseer fantasier fantasize
• Schrijven schrijft  schrijven  sjreife ik schrijf sjreif jij
• In  leveren levert inleveren inleifere ik lever jij
• Hoofdzin joufsin main sentence
• Subject verb subordinate sentences dutch grammar
• Vraagwoordvragen fragvuorfrage interrogative questions
• Hoeveel jufil much/many how
• Waarom varom why
• Gebruiken  gebruikt  gebruiken jebrauke ik gebruik  jij hij
• Halflang jalflan medium
• Zwart suart black
• Grijs greis grey gray
• Krullend krulend curly rizoso
• Rood roud red
• Blauwe blaue blue
• Ogen ouge eyes
• Bruine braune brown
• Groene jrune green
• Dik fat
• Dun thin
• De baard beard the
• Ondeugend ondeujen naughty malcriado travieso
• Zwanger svanguer verwachting fervagtin pregnant
• Tweeling teilin twin
• Geel jeil gele yellow
• Groot jrout big
• Groter jrouter bigger more
• Grootst jroutst the most
• De jongste younste youngest
• Hoe laat het time is
• Spainje spaña spain
• Spanjaard spanyard spaniard
• Oefening/en ufiningue exercise/s
• Vraagzin fragsin interrogative
• De directeur directer director
• Frans/e fransman frankrijk frankreik french people france
• Die dat singular woord en that/those de het
• Koffieautomaat cofiautomat coffee machine
• Moedertaal mudertal morther tongue native language
• Na after
• Samen saame together
• Iets its something
• Stellen  stelt  stellen stele ik stel  jij hij
• De vriend/en frind friend/s
• Vriendin frindin girlfriend
• Rusland russia
• Getrouwd jetraud married
• Markeren markeert  markeren  markiere ik markeer markier jij
• Subject subyect
• Portugees portujeis portugese
• Daarom that's why therefore
• Elke each
• Keer kier time
• Klas class
• Verschillende fersjilinde different
• Hard
• Nederlander nederlandse dutch people
• Amerikaan american people
• Tafel tafol table
• Sigaret cigarette
• Televisie televisi television
• Nieuwe niue new
• Economie economi economy
• Tas bag
• Krijtje creiche chalk tiza
• Liggen  ligt  liggen lije ik lig  jij hij
• Dezelfde deselfde same
• Klank sound
• German duitsland dautsland duits dauts duitser dautser germany
• De van auto broek don’t repeat noun possess
• Dutch form s end pronunciation possession english adding
• Accent vorm akcent form shape
• Nadruk emphasis
• Leggen legt  leggen  leeje/  ik leg jij hij
• Contrast
• Tussen tuse between
• De klok clock
• Een uur uuar hour one
• Een half uur hour an
• Een kwartier cuartier quarter a
• Een minuut minut minute a
• Een seconde second
• Reference time voor minutes tien twintig dutch points
• De klok het elf uur
• De klok het vijf elf
• De klok het tien elf
• De klok het kwart elf
• Het de klok twintig elf tien voor half
• De klok het vij voor half twaalf
• De klok het half twaalf
• De klok het vijf half twaalf
• Het twaalf de klok tien half twintig voor
• De klok het kwart voor twaalf
• De klok het tien voor twaalf
• De klok het vijf voor twaalf
• Order sentence dutch subject verb rest ik ga
• Prepositions op om days weekdays numbers time months
• 1e eerste ierste
• 2e tweede teide
• 3e derde
• 4e vierde fierde
• 5e vijfde feifde
• 6e zesde sesde
• 7e zevende sevende
• 8e  achtste agste
• 9e negende neigende
• 10e tiende tinde
• 11e elfde
• E twaalfde tualfde 12
• E dertiende dertinde 13
• E veertiende fiertinde 14
• E vijftiende feiftinde 15
• E zestiende sestinde 16
• E zeventiende seifetinde 17
• E achttiende agttinde 18
• E negentiende neigetinde 19
• E twintigste tuintegste 20
• E dertigste 30
• E veertigste fiertigste 40
• E vijftigste feiftigste 50
• E zestigste sestigste 60
• E zeventigste seventigste 70
• E tachtigste tagtigste 80
• E negentigste neigentigste 90
• E honderdste jonderste 100
• E duizendste dausenste 1000
• E miljoenste milionste 1.000.000
• Eergisteren ierjistere day yesterday before
• Gisteren jistere yesterday
• Overmorgen ofermorje day tomorrow after
• Dinsdag tuesday
• Woensdag vunsdag wednesday
• Donderdag thursday
• Vrijdag fraidag friday
• Zaterdag saterdag saturday
• Zondag sondag sunday
• Maandag monday
• Januari yanuari january
• Februari february
• Maart march
• April
• Mei may
• Juni yuni june
• Juli yuli july
• September
• Oktober october
• November
• Niemand nimand no one nobody
• Groep jrup group
• D end word pronounced t dutch pronunciation
• Vieren viert fiire ik vier fier jij hij
• De verjaardag fiyaardag birthday
• Het café cafe pub
• Gefeliciteerd jefeliciterd op je verjaardag ye feryardag happy
• Dank je wel dankievel thank
• Dit is this
• Prettig met je kennis te maken pretig nice meet
• Te to
• Elkaar elcaar each other one
• Trakteren  trakteert  trakteren traktire ik trakteer traktier jij
• De cola coke
• Het pilsje pilse beer
• De wijn vein wine
• Roepen  roept  roepen rupe ik roep rup jij
• De ober serveerster serfierster waiter/waitress
• Kleur cluer color
• Mag  mogen  mogen mouje ik jij hij wij
• Bestellen bestelt  bestellen  bestele ik bestel  jij hij
• Alstublieft alstublift alsjeblieft alsyeblift formal informal
• Spaans/e spanish
• Zuid-afrikaans/e saud afrikanse south african
• Nou nau well
• Proost cheers
• Proosten  proost  proosten prouste ik proost proust jij
• Bedankt thanks
• Het poosje pouse short while
• Laat later
• Zullen zullen  sule ik zal sal jij zult 
• Nog een keer ein kier maar meer weer
• Goed jud good
• Het idee idei idea
• Hetzelfde jetselfde the same
• Ja graag jraj yes please
• Graag jraj gladly con mucho gusto
• Het roundje round
• Betalen  betaalt  betalen ik betaal  jij hij wij
• Het glas glass
• Af  rekenen rekent afrekenen afreikene ik reken reiken
• Ik weet het niet veit i
• Dit rondje betaal ik i pay round
• Het tweede rondje betaalt hij tuide ronye pays
• Afspraak afsprak appointment
• Digitaal dijitaal digital
• Analoog analoug analog
• Tijde/n teid/e time/s
• Fiets fits bicycle
• Reizen reist  reizen  reise ik reis  jij hij
• Houden  houdt  houden haude ik houd hou  jij
• Chocolade chocolaude chocolate
• Favoriete faforite  lievelings lifilings favourite
• Soms sometimes
• Bijna beina almost
• Naast next to
• Blij blei happy
• Lievelingseten lifilingseite favourite food
• Chat  chatten chatten  sete ik jij hij wij
• Gedicht/en jedijte poem/s
• Gitaar jitar guitar
• Gitaar spelen jitar spele piano spelen  playing guitar/piano
• Paar couple
• Ver weg fer veg far
• Huiswerk hausverk homework
• Het weekend vikend
• Dingen dingue stuff
• Muziek musik music
• Dorp village
• Rustig rusteg quiet
• Allebei alebei both
• Bushalte busjalte bus stop
• Buren bure neighbors
• Auto car
• School sjol
• Duur diur expensive
• Staan staat  staan  ik sta jij hij wij
• Schuur sjuer barn establo granero
• Atlas
• Schrift/en sjrifte notebook/s writing
• Potlood potloud pencil
• Onderstrepen onderstreept  onderstrepen  onderstreip ik onderstreep  jij hij
• Avondschool afondsjol night school
• Wachten wacht  op vagte ik jij hij wacht
• Project proyect
• Secretaresse secretarese secreatary
• Lidwoorden lidvorde articles
• Behalve bejalfe except
• De lerares female teacher
• Vrucht/en frujt fruit eat all
• Groente/s jrunte vegetables
• Bomen bome trees
• Plant/en plant/s
• De bloemkool blumcol cauliflower
• De beuk bouk beech haya
• De tulp tulip tulipán
• Rivier/en rifier river/s
• Berg/en berg mountain/s
• Cijfer seifer digit
• Zelfstandige selfstandije independent
• Eindigen eindigt  eindigen  eindeje ik eindig eindej jij
• Achtervoegsel agterfugsol suffix
• Vreemde freinde foreign
• Meervoud mierfaud plural
• Verkleinwoorden ferkleinvorde diminutives
• Het briefje brifye bill
• Het mannetje manetye man the
• Metalen meitale metal
• Het ijzer eiser iron
• Het goud jaud gold
• Windrichtingen vindrijtingue directions
• Spelen  speel speelt  spelen speile ik speil jij
• Sport/en sport/s
• Het noorden norde north
• Het voetbal futbol football
• Het kaartspel cartspel card game
• Lettergrepen letejreipe syllables
• Lemand someone
• Een ik pilsje mag wil graag alstublieft voor
• Herhalen  herhaalt  herhalen jerjale ik herhaal  jij hij
• Zelf self
• Bedanken  bedankt  bedanken ik bedank jij hij wij
• Gesprek jesprek conversation
• Het bedrag amount
• Wissel van rol visel fan change roles
• Articles nouns explanation definitive de masculine femenine plurals
• Buitelander betelander foreigner
• Rangtelwoorden rantelvorde ordinals
• E eenentwintigste einentuintegstee 21
• Controleren controleert  controleren  controliere ik controleer  jij hij
• Antwoorden antvorde answer
• Verb inversie subject stuff place sentence order time
• Zinsbouw sinsbau syntax
• Sturen  stuurt  sturen stuure ik stuur  jij hij
• Brif letter carta brief
• Vooraan for-an front in
• Vertrekken  vertrekt  vertrekken fertreke ik vertrek  jij hij
• Verbindingswoorden ferbindingsforde compound words
• Regenen  regent  regenen reijene ik regen  jij hij
• Als as
• Wat doe je als het regent rains
• Aan trekken ik trek trekt aantrekken antreke jij
• Regenjas reijeyas raincoat
• Daardoor así de ese modo
• Nooit never
• Vaak faak often
• Meestal meistal mostly
• Frisdrank  soda
• Niets nits nothing
• Voorgerecht forgerejt entree entrante
• Hoofdgerecht joufjerejt main dish
• Nagerecht najerejt dessert
• Reserveren reserveert  reserveren  reiserfire ik reserveer  jij hij
• Ik kom zo bij u i
• Rest remainder
• Maar mention don’t laat de rest zitten alright
• Alles naar wens satisfaction is
• Keuze kouse choice
• Klant client
• Smaken  smaakt  smaken smake ik smaak  jij hij
• Wolke volkie cloudlet small cloud burbuja
• Vanavond fanafond tonight
• Boodsachappen bodsjape grocery
• Verjaardagskalender fiyardagcalendar birthday calendar
• Nieuwjaarsdag niuyaarsdag year's day new
• Waarin varin wherein
• Zomervakantie somervakansi summer holidays
• Laatste the last
• Liever lifer rather
• Waar gaan jullie naartoe where
• Koekje kukie cookie
• België beljie belgium
• Thuis taus home
• Boterham boterjam sandwich
• Meneer menier mr
• Ontbijt  ontbijten  ontbijten ontbeit ik jij hij wij
• Ontmoet  ontmoeten  ontmoeten ontmute ik jij hij wij
• Kopen  koopt  kopen coupen ik koop  jij hij
• Week welke dag van de mandaag day monday
• Op welke dag ben jij birthday day
• Hoeveel kinderen heeft jullie gezin children family
• Hoeveelste de het van je translated welk/e noun
• De hoeveelste het vandaag day month today
• De hoeveelste juli ben je jarig?  july birthday
• De hoeveelste les dit lesson
• Hieronder here under
• Wolk volk cloud
• Deel dil part
• Klemtoon klemton accent
• Jong yong young
• Voorjaar foryar spring
• Je hoe vier verjaardag celebrate birthday
• Iemand imand someone
• Drankenkaart drankekart drinks menu
• Reageren  reageren reageert  reply comment reyegire ik reageer
• Uitnodiging autnodigin invitation
• Feest feist party
• Buitenland bauteland abroad
• Winnen wint  winnen  vine ik win  jij hij
• Wedstrijd vestraid contest match game
• Concurrente contender competitor rival
• Bronzen bronse bronze
• Medaille medaiye medal
• Spinazie spinasi spinach
• Kaastaart cheese cake
• Stoofpotje stofpouche stew estofado
• Witte vite white
• Hebt u een keuze kunnen manken make decision
• Ik wel i do
• Paddenstoelen padenstulen mushrooms
• Zelfstandige selfstandeje independent
• Telbaar countable
• Nieuws nius news
• Goud jaud gold
• Krant/en newspaper
• Politiek politics
• Geluk jeluk happiness
• Boter bouter butter
• Lepel leipel spoon
• Vork fork
• Mes knife
• Suiker sauker sugar
• Pak pack
• Koelkast refrigerator
• Vlees fleis meat
• De sla  lettuce
• Flesje flesse bottle
• Slapen slaapt  ik slaap jij hij wij slapen 
• Ik heb slaap i sleepy
• Uurtje uurche hour
• Rust  rusten rusten  ruste ik jij hij wij
• Ik heb slaap wil een uurtje rusten i
• Om een heb je zin kopje koffie te
• Honger jonguer hunger
• Trek hebben fancy heeft u een kopje koffie
• Televisieprogramma televisiprograma television program
• Zin hebben feel sth in
• Heb je zin om kopje koffie te drinken
• Polen polands
• Zijn geboren born be
• Dokter doktor doctor
• Worden  wordt  worden vorden ik word  jij hij
• Hij wil graag een dokter worden doctor
• Winkel vinkol store shop
• Bakkerij bakerei bakery
• Gauw jau quickly
• Verkopen  verkoopt  verkopen ferkoupe ik verkoop  jij hij
• Na)tuurlijk naturlek naturally of course
• De straat city
• Tegen  komen komt tegenkomen teigekome soft ge ik
• Geleden jeleide ago
• Prima wonderful great
• Het gaat wel all right
• Het probleem  /probleim de problemen problem/s
• Niet zo not so
• Belangrijk belangreik important
• De week veik
• Een paar dagen days a
• Venetië fenetsianoun venice
• Wauw wow onomatopeya
• Veel fil many
• Foto's maken photos take
• Sins since
• De camcorder videocámara
• Romantisch/e romantis romantic
• De film
• Kijken naar keike look at
• Direct right now
• Af  spreken spreekt afspreken afspreike ik spreek jij
• De afspraak appointment
• De datum date
• Lukken lukt  lukken  luke ik luk  jij hij
• Dat lukt niet work that
• Blijven  blijft  blijven bleife ik blijf  jij hij
• Eet  eten  eten eite ik jij hij wij
• Spaghetti carbonara carbonaranoun
• Het plan
• De agenda diary
• Hartstikke hartstike completely very
• Harstikke leuk terrific fantastic
• Vinden vindt  vinden  finden ik vind  jij hij
• Vind ik ook  i think
• Ik moet ervandoor erfandor i
• Ervandoor erfandor away off
• Wensen wenst  wensen  vensen ik wens  jij hij
• Fijn/e feine nice good
• Doe de groeten aan give
• Tot dan until then
• Hoe het met jou/met u alles goed gaat
• Goed gaat niet het vertellen hoe prima fantastisch
• Fantastisch fantastis fantastic
• Goed heel jil jud hartstikke good
• Slecht slejt bad
• Zullen voor zaterdag een afspraak maken iets afspreken
• Dat nee afspraak ja kan niet ik reageren
• Nee dan kan ik niet i
• Nee ik heb al een afspraak i appointment
• Je vragen iets samen te doen sth ga
• Ja leuk nee ik niet reageren voor plans
• Nee dat vind ik niet leuk i
• Zullen direct iets afspreken make appointment
• Zullen voor zaterdag een afspraak maken make appointment
• Zullen om uur bij ons thuis afspreken make
• Spaghetti zal ik dan carbonara maken i make
• Reactie reaksi reaction
• Kolom colom column
• Dienst/en dinst duty/duties service/s
• Raadplegen  raadpleegt  raadplegen radpleije ik raadpleeg  jij hij
• Best  optimum best
• Spoedig spudej long soon before
• Zo spoedig mogelijk spudej mogelek
• Mogelijk mogelek possible
• Openingstijden openinsteide opening hours
• Werdagen verdage working days
• Telefonisch telefonis telefonic
• Bereikbaar accessible reach bent u telefonisch reached phone
• Uitstekend autsteikend excellent
• Kan niet could/can better not
• Geweldig jeveldej great
• Gangetje janjeche narrow corridor hall rate
• Alles gaat z'n gangetje things
• Baan job
• Wat gaat u doen what
• Bekijken  bekijkt  bekijken bekeike ik bekijk  jij hij
• Zaterdagmiddag saturday noon
• Zaterdagavong saturday evening
• Gezellig geselej enjoyable pleasant het zijn gezellige mensen
• Meebrengen bring wat zal ik voor je i
• Begin met je werk start work
• Naar bed gaan to go
• Douchen  doucht  douchen duse ik douch  jij hij
• Aan  kleden kleedt zich aankleden seij ankleide ik
• Op  staan staat opstaan opstan ik sta jij
• Plaatjes platches pictures
• Daarna after that
• Gewone gevoune ordinary
• Dagelijkse dajelikse daily
• Dagelijkse activiteiten dajelikse activiteite daily activities
• Hierbij jiarbei herewith
• Steeds steids always
• Vakantiedag fakantidaj holiday day off
• Vrij/e frei/e free
• Let  letten  letten leten ik jij hij wij
• Dagindeling dajindeilin daily schedule
• Boodschappen boudsjapen grocery
• Boodschappen doen boudsjape shopping do
• Op  halen haalt ophalen opale ik haal jij
• Doen laundry was do the
• Vas wash laundry wasing was
• Koken kookt  koken  kouke ik kook  jij hij
• Televisie kijken televisi keike watch tv
• Verhuizen verhuist  verhuizen  ferjause ik verhuis  jij hij
• Zoeken  zoekt  zoeken zuken ik zoek  jij hij
• Mee mei waarom ga je niet
• Overig oferej remaining
• Parkeerplaats parkierplaats parking area
• Ik heb tijd i time
• Spelen tennis speilen tenis play
• Je vertel aan buurman wat deze week doet
• Vraag aan je buurman wat hij deze week
• Tandarts dentist
• Voetballen futbale football
• Kraamvisite kramvisite visit sb when
• Prettig pretig nice
• Voor welke activiteiten maak je een afspraak activity
• Voorstel forstel proposal
• Antwoordbericht antvordberijt reply message
• Hoe lang ben je nu nederland long netherlands
• Taalbiografie language biography
• Bloemen blumen flower
• Roken  rookt  roken rouken ik rook  jij hij
• Jas yas coat jacket
• De beurt turn hij aan
• Een goede beurt maken make good impression
• Pen
• Parkeren parkeert  parkeren  parkiere ik parkeer  jij hij
• Schoen/en sjun/en shoe/s
• Mooi moi nice beautiful
• Parkeergarage parkiergaraye parking garage
• Sport  sporten  sporten ik jij hij wij jullie
• De markt market
• Tegenover teijeofer opposite across from
• Boekhandel bukjandel bookshop
• Huren  huurt  huren jure ik huur  jij hij
• Postkantoor post office
• De groenteboer greengrocer verdulero
• Wie er aan de beurt
• Courgette curyet calabacin zucchini
• De paprika bell pepper sweet
• De tomaat  tomato
• Sorry
• Anders nog iets anything else
• Typisch tipis typical
• Het gerecht dish
• De buitenlander bautelander foreigner
• De stamppot mashed potato vegetables
• De andijvie ondeifi endive endivia
• Het spekje spekie bacon
• Heerlijk jierlek delicious
• Goedkoop judkoup cheap
• Nodig hebben noudej need
• Persoon personen person/people
• Ongeveer onjefier about
• De kilo
• De aardappel ardapol potato
• De slager slajer butcher carnicero
• De bloemkool blumkol cauliflower
• Het bakje de bak container punnet cestita
• De champignon sampiyon mushroom
• De peterselie peiterseili parsley
• Het bosje boshe de bos bunch racimo
• Verder nog anything else
• De boon boun bean
• Vers fers fresh
• De knoflook klouflouk garlic
• De komkommer komkomer cucumber
• De euro uro
• Genoeg genug enough
• Waarnaartoe varnartu where to
• De cent
• Erbij erbei with it
• Geeft niet doesn´t matter it
• Zeg het maar say it
• De broccoli
• De kool koul cabbage repollo
• De witte kool vite koul white cabbage
• De rode kool koul red cabbage col roja
• De boerenkool burenkoul curly kale berza col rizada
• De zuurkool surkoul sauerkraut chucrut
• De wortel vortel carrot
• De appel apol apple
• De peer pier pear
• De sinaasappel sinesapol orange
• De mandarijn manderein tangerine
• De kiwi kiui
• De banaan banana
• De aardbei ardbei strawberry
• De druif drauf grape uva
• De perzik persik peach melocotón
• Opschepper opsjeper show boaster fantasma fanfarron
• De het long vowel short plural nouns ending
• Receptioniste resepsioniste receptionist
• Parttime part time
• Appartement apartament apartment
• Sucess sukses success
• Boom /boum tree
• Aa phonetic dutch laat aan waar gaan
• Phonetics dutch stad dag al wat
• Oo ou phonetic dutch ook woon zoon boom
• O phonetics dutch kom om tot nog
• Ee ei phonetics dutch spreek heel nee week
• E phonetics dutch heb werk ben met
• Uu u cerrada phonetics dutch duur muur vuur
• Muur wall
• Vuur fire
• U e cerrada phonetic dutch bus dus nul
• I sonriendo phonetic dutch hier zien tien bier
• I cerrada phonetic dutch ik vind dit
• E cerrada u phonetic dutch je de te
• Oe u phonetic dutch goed zoek moeder
• Eu eou phonetic dutch leuk neus
• Beroep berup profession
• Bedrijf bedraif company
• Functie funsi function job role
• Norwegian norwegen noorveije noors noor  norway language people
• Werk je hier al lang ol worked long
• Ends diminutive formation r l n tje che

Next deck: International Morse Alphabet

Previous deck: German Synonyms

Up: Index