Front | geven /geife/ (present tense) ---------------------------------------- ik geef /geif/ jij geeft hij geeft wij geven /geife/ jullie geven zij geven |
---|---|
Back | [give (preent tense)] |
Tags: verb
Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.
Next card: Ik spreek spreik spaans en engels enguels i
Previous card: Strak street
Up to card list: Dutch - entry level