Apedia

Luisteren  Luistert  Luisteren Laustere Present Tenses Ik Luister

Front luisteren /laustere/ (present tenses)
------------------------------------------------
ik luister /lauster/
jij luistert 
hij luistert 
wij luisteren 
jullie luisteren 
zij luisteren 
Back [listen]

Tags: noun

Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.

Next card: Naar to

Previous card: Acht agt eight

Up to card list: Dutch - entry level