Apedia

Maken Maakt  Maken  Make Ik Maak  Jij Hij

Front maken /make/
------------
ik maak 
jij maakt 
hij maakt 
wij maken 
jullie maken 
zij maken
Back [make, present tenses]

Tags: verb

Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.

Next card: Kiezen kize kiest  kiezen  ik kies/kis/  jij hij

Previous card: Dialoog dialog dialogue

Up to card list: Dutch - entry level