Question

niet /nit/ 7 rules for where to put niet, every next rule overrules the previous one:1. After the finite verb2. After the words er, hier and daar3. After an expression of time4. After a specified object (objects with de/het, demonstrative pronouns, possesive pronouns and person names)5. Before an adjective6. Before a prepositional group7. Before an adverb

Accepted Answer

[not, no (rules)] 1. Rook jij? Nee, ik rook niet2. Woon jij hier? Nee, ik woon hier niet3. Komen jullie morgen? Nee, wij komen morgen niet4. Ken jij Jan Janssen? Nee, ik ken Jan Janssen niet5. Is jouw jas groen? Nee, mijn jas it niet groen6. Ga je naar Amsterdam? Nee, ik ga niet naar Amsterdam7. Kijk je graag naar the tv? Nee, ik kijk niet graag naar de tv

Front	niet /nit/
Back	[not, no (rules)]
Usage tips	7 rules for where to put niet, every next rule overrules the previous one: 1. After the finite verb 2. After the words er, hier and daar 3. After an expression of time 4. After a specified object (objects with de/het, demonstrative pronouns, possesive pronouns and person names) 5. Before an adjective 6. Before a prepositional group 7. Before an adverb
Example	1. Rook jij? Nee, ik rook niet 2. Woon jij hier? Nee, ik woon hier niet 3. Komen jullie morgen? Nee, wij komen morgen niet 4. Ken jij Jan Janssen? Nee, ik ken Jan Janssen niet 5. Is jouw jas groen? Nee, mijn jas it niet groen 6. Ga je naar Amsterdam? Nee, ik ga niet naar Amsterdam 7. Kijk je graag naar the tv? Nee, ik kijk niet graag naar de tv

Niet Nee Ik Naar Hier Rook Woon Jij