Apedia

Regenen  Regent  Regenen Reijene Ik Regen  Jij Hij

Front regenen /reijene/
------------------------
ik regen 
jij regent 
hij regent 
wij regenen 
jullie regenen 
zij regenen 
Back [rain, present tenses]

Tags: verb

Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.

Next card: Als as

Previous card: Verbindingswoorden ferbindingsforde compound words

Up to card list: Dutch - entry level