Front | rusten /ruste/ ---------------- ik rust jij rust hij rust wij rusten jullie rusten zij rusten |
---|---|
Back | [rest, present tenses] |
Tags: verb
Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.
Next card: Ik heb slaap wil een uurtje rusten i
Previous card: Uurtje uurche hour
Up to card list: Dutch - entry level