Front | zullen /sule/ ----------------- ik zal /sal/ jij zult hij zal wij zullen jullie zullen zij zullen |
---|---|
Back | [will, shall, present tenses] |
Tags: verb
Learn with these flashcards. Click next, previous, or up to navigate to more flashcards for this subject.
Next card: Nog een keer ein kier maar meer weer
Previous card: Laat later
Up to card list: Dutch - entry level